Woudaap – Ixobrychus minutus

Woudapen zijn kleine moerasvogels die leven van visjes, amfibieën en insecten. Ze broeden in dichte rietkragen en ruigtes met wilgen en biezen, en zijn daarin moeilijk waar te nemen. Woudapen leiden een zeer verborgen leven. Een ontmoeting met een Woudaap is een zeldzame aangelegenheid. In vlucht is met name een mannetje Woudaap opvallend: een zwarte rug en vleugels met blonde lichtgele dekveren zijn zeer karakteristiek en verwarring met een andere soort dan ook vrijwel uitgesloten.

Ralreiger – Ardeola ralloides

De ralreiger is een kleine reiger die vooral in de vlucht opvalt door de witte vleugels. In de winter verschijnen donkere lengtestrepen op de rug en de flanken. Ook is ’s winters de snavelbasis geel van kleur, in plaats van het donkergrijs van de zomer.

Amfibieën maar ook vissen en grote insecten worden door de ralreiger gegeten. De vogel jaagt vanaf een beschutte plek in dichte begroeiing van moerasplanten of riet. De vogel broedt in kleine kolonies samen met verschillende andere soorten reigers en bouwt een nest van takken in een lage boom of struik. In de winter trekken veel ralreigers weg naar tropisch Afrika.

Roerdomp – Botaurus stellaris

Hoewel de roerdomp niet zo groot is als de verwante blauwe reiger, is ook de roerdomp een forse vogel. Door het goed gecamoufleerde verenkleed en doordat de roerdomp zich nauwelijks buiten het moeras begeeft, wordt de vogel echter zelden gezien. Bij gevaar neemt de roerdomp de zogenaamde ‘paalhouding’ aan, waarbij de vogel de kop en de hals omhoog richt en daardoor vanwege de zwarte lengtestrepen nauwelijks van het riet te onderscheiden is. Dit effect wordt nog versterkt doordat de vogel de kop met de bewegingen van het riet mee beweegt.

Hoewel de roerdomp zich maar zelden laat zien, is de roep van het mannetje in de broedtijd regelmatig te horen. De roep is een laag en diep whoemp, dat doet denken aan het geluid van een misthoorn en tot op kilometers afstand te horen is.

Vroeger was de roerdomp in Nederland veel talrijker, maar met name door het verdwijnen van de grote, uitgestrekte rietvelden is de vogel tegenwoordig grotendeels verdwenen.

Lepelaar – Platalea leucorodia

Grote Zilverreiger – Ardea alba

Zwarte Ooievaar – Ciconia nigra

Kleine Zilverreiger – Egretta garzetta

Koereiger – Bubulcus ibis

Purperreiger – Ardea purpurea