Parelduiker – Gavia arctica

De parelduiker is veel zeldzamer dan de roodkeelduiker. Hij wordt vooral langstrekkend aan de kust gezien, soms ook in het binnenland. Parelduikers hebben in zomerkleed een fluweelachtige grijze kruin en achterhals, zwarte keel en een duidelijk patroon van witte blokken op de bovendelen. In winterkleed minder opvallend: heeft niet het ‘witte gezicht’ van de roodkeelduiker. Heeft vaak een opvallende witte vlek op de achterflank. Steil voorhoofd, met afgerond achterhoofd. Snavel horizontaal, bij roodkeelduiker iets omhooggehouden. Dikke hals en volle borst.

Zeearend – Haliaeetus albicilla (Juveniel)

Eind Juni begin Juli is er voor de 2de keer een jonge Harener (Groninger) Zeearend uitgevlogen.

Het blijft een machtige gewaarwording om zo’n beest boven je en langs je te zien vliegen.

Witkeelkwikstaart – Motacilla cinereocapilla

Al enige weken vertoeft de zeldzame Witkeelkwikstaart in de Zuidlaardermeerpolders.
Hij heeft meerdere malen gepaard met een vrouwtje Gele Kwikstaart.

Blauwborst – Luscinia svecica

De Blauwborst is door zijn kleuren en een uitbundige zang een opvallende verschijning in de Nederlandse vogelwereld. Blauwborsten hebben de afgelopen decennia in Nederland een flinke opmars heeft gemaakt. Dit komt doordat er meer geschikt leefgebied is bijgekomen. Het is een van de weinige soorten die van de Rode Lijst is geschrapt, omdat het zo goed gaat.

Zeearend – Haliaeetus albicilla (juveniel)

Dinsdag 1 Augustes 2017:

Dat is/was de dag waar velen naar hebben uitgekeken, de dag dat het 1ste Groninger Zeearend jong uitvloog.

Precies volgens het boekje en de daarop los gelaten theorieën, 100 dagen na geboorte het jong.

De primeur voor de aller eerste foto’s ging naar goede vriend en collega fotograaf Gerrit Kiekebos, chapeau Gerrit.

Ik mocht mee genieten van de eerste officiële grote vlucht van de Jonge Zeearend en als 2de persoon foto’s maken van dit schitterende jonge beest, wat een genot en spektakel.

De 1ste aantal foto’s laten de landing zien na zijn 1ste grote vlucht op 1 Augustes, daarna zijn een paar foto’s te zien van 2 dagen later.

Dank aan Het Groninger Landschap (Alwin Hut) voor het in goede banen leiden van dit unieke en 1ste broedgeval van Groningen!

Zeearend – Haliaeetus albicilla

De Zeearend is een imposante, zeer grote roofvogel (‘vliegende deur’) van waterrijke gebieden. Leeft van vis, watervogels en ook van aas, vooral als er ijs ligt. Lange tijd een zeldzame wintergast, maar is toegenomen in aantal en broedt tegenwoordig ook in Nederland (vijf paar in 2014). Trage, diepe vleugelslag, maar schroeft vaak in voorjaar, zomer en herfst op thermiek. Meestal solitair, maar op plaatsen met veel voedsel kunnen zeearenden zich concentreren.

Met in 2017 het 1ste broedpaar/broedsucces in Groningen/Zuidlaardermeer…..

Op deze foto’s is de geringde vader te zien, hij is het eerste jong van het broedpaar in het Lauwersmeer (2012).

Ralreiger – Ardeola ralloides

De ralreiger is een kleine reiger die vooral in de vlucht opvalt door de witte vleugels. In de winter verschijnen donkere lengtestrepen op de rug en de flanken. Ook is ’s winters de snavelbasis geel van kleur, in plaats van het donkergrijs van de zomer.

Amfibieën maar ook vissen en grote insecten worden door de ralreiger gegeten. De vogel jaagt vanaf een beschutte plek in dichte begroeiing van moerasplanten of riet. De vogel broedt in kleine kolonies samen met verschillende andere soorten reigers en bouwt een nest van takken in een lage boom of struik. In de winter trekken veel ralreigers weg naar tropisch Afrika.

Geoorde Fuut – Podiceps nigricollis

De Geoorde Fuut behoort tot de fuutachtigen. De Geoorde Fuut is iets groter als de Dodaars en even groot als de kuifduiker. In de winter lijken de twee soorten veel op elkaar, maar de geoorde fuut mist de witte snavelpunt. De geoorde fuut heeft een iets opgewipte snavel en een rond kopje. Bij de kuifduiker is de kop langwerpig.
In de winter is hij ook te vinden aan de kust. In het westen van Europa is het een plaatselijk algemene standvogel. In het oosten een trekvogel, daar vooral in de zomer aanwezig.
In de winter kun je kuifduiker en geoorde fuut op dezelfde locaties aantreffen. De geoorde fuut is echter het hele jaar in Nederland aanwezig. Het is een schaarse broedvogel.
In de winter verblijven de vogels niet in hun broedgebied. Geoorde futen zoeken vaak bescherming in kokmeeuwkolonies. Op vennen en plassen waar kokmeeuwen broeden kun je dus alert zijn op geoorde futen.
De geoorde fuut is tamelijk zwijgzaam in tegenstelling tot de dodaars die met zijn roep zijn aanwezigheid verraadt. Het aantal broedparen van de geoorde fuut schommelt nogal per jaar maar is deze fuut is in Nederland plaatselijk een vrij talrijke vogel

IJsvogel – Alcedo atthis

Het Ijsvogeltje:

Als je er ooit 1 mag zien is het meestal een blauwe flits die men voorbij ziet scheren,
ze kunnen ongeveer 80 Km per uur halen.
Het vrouwtje is te herkennen aan de rood/oranje ondersnavel, bij het mannetje is de snavel helemaal donker.

Naar mijn mening 1 van de mooiste vogels die ons land bezit.

Vos – Vulpes vulpes