Ralreiger – Ardeola ralloides

De ralreiger is een kleine reiger die vooral in de vlucht opvalt door de witte vleugels. In de winter verschijnen donkere lengtestrepen op de rug en de flanken. Ook is ’s winters de snavelbasis geel van kleur, in plaats van het donkergrijs van de zomer.

Amfibieën maar ook vissen en grote insecten worden door de ralreiger gegeten. De vogel jaagt vanaf een beschutte plek in dichte begroeiing van moerasplanten of riet. De vogel broedt in kleine kolonies samen met verschillende andere soorten reigers en bouwt een nest van takken in een lage boom of struik. In de winter trekken veel ralreigers weg naar tropisch Afrika.

Vos – Vulpes vulpes

Een vos is maar weinig groter dan een flinke kat, hoewel hij door zijn lange vacht en dikke staart vooral ’s winters bedrieglijk groot lijkt. De vos heeft een oranjebruine, rode of bruingrijze vacht, korte poten en een langgerekt lichaam. De rug is donkerder dan de flanken en de buik is grijs tot bijna wit. Hij heeft een dikke, lange staart vaak met een witte punt. Hij heeft grote puntige oren die aan de achterzijde zwart zijn, een zwart-witte snuit en amberkleurige ogen. De wintervacht is veel dikker dan de zomervacht en meestal grijzer van kleur. De vos heeft een goed gehoor en reuk maar ziet minder scherp.