Kleinst Waterhoen – Porzana pusilla

Het kleinst waterhoen is – zoals de naam al zegt – de kleinste ral van Europa. De vogel is een zeldzame broedvogel en wordt zelden gezien; wordt meestal ontdekt door de kenmerkende roep: een kikkerachtige, lange ratel.

Buizerd – Buteo buteo

Zeearend – Haliaeetus albicilla (juveniel)

Dinsdag 1 Augustes 2017:

Dat is/was de dag waar velen naar hebben uitgekeken, de dag dat het 1ste Groninger Zeearend jong uitvloog.

Precies volgens het boekje en de daarop los gelaten theorieën, 100 dagen na geboorte het jong.

De primeur voor de aller eerste foto’s ging naar goede vriend en collega fotograaf Gerrit Kiekebos, chapeau Gerrit.

Ik mocht mee genieten van de eerste officiële grote vlucht van de Jonge Zeearend en als 2de persoon foto’s maken van dit schitterende jonge beest, wat een genot en spektakel.

De 1ste aantal foto’s laten de landing zien na zijn 1ste grote vlucht op 1 Augustes, daarna zijn een paar foto’s te zien van 2 dagen later.

Dank aan Het Groninger Landschap (Alwin Hut) voor het in goede banen leiden van dit unieke en 1ste broedgeval van Groningen!

Zeearend – Haliaeetus albicilla

De Zeearend is een imposante, zeer grote roofvogel (‘vliegende deur’) van waterrijke gebieden. Leeft van vis, watervogels en ook van aas, vooral als er ijs ligt. Lange tijd een zeldzame wintergast, maar is toegenomen in aantal en broedt tegenwoordig ook in Nederland (vijf paar in 2014). Trage, diepe vleugelslag, maar schroeft vaak in voorjaar, zomer en herfst op thermiek. Meestal solitair, maar op plaatsen met veel voedsel kunnen zeearenden zich concentreren.

Met in 2017 het 1ste broedpaar/broedsucces in Groningen/Zuidlaardermeer…..

Op deze foto’s is de geringde vader te zien, hij is het eerste jong van het broedpaar in het Lauwersmeer (2012).

Ralreiger – Ardeola ralloides

De ralreiger is een kleine reiger die vooral in de vlucht opvalt door de witte vleugels. In de winter verschijnen donkere lengtestrepen op de rug en de flanken. Ook is ’s winters de snavelbasis geel van kleur, in plaats van het donkergrijs van de zomer.

Amfibieën maar ook vissen en grote insecten worden door de ralreiger gegeten. De vogel jaagt vanaf een beschutte plek in dichte begroeiing van moerasplanten of riet. De vogel broedt in kleine kolonies samen met verschillende andere soorten reigers en bouwt een nest van takken in een lage boom of struik. In de winter trekken veel ralreigers weg naar tropisch Afrika.

Wielewaal – Oriolus oriolus

Het geluid van de Wielewaal is bekender dan de vogel zelf. Wielewalen zijn verborgen levende vogels die zich voornamelijk in de bovenste lagen van boomkronen ophouden. Ze zijn opvallend geel-zwart, ’tropisch’ gekleurd, maar dat is een goede uitstekende camouflage voor omhoog kijkende mensen. Onze Wielewaal is de enige vertegenwoordiger van de wielewalenfamilie die in de gematigde zone voorkomt.

‘k mocht het geluk hebben om er 4 tegelijk in boom te zien….het lukte mij om 2 tegelijk op de foto te krijgen.

Regenwulp – Numenius phaeopus

De Regenwulp lijkt op de veel grotere gewone Wulp, maar is te onderscheiden doordat de snavel alleen aan het uiteinde gebogen is, en doordat de donkere kruin en de donkere wenkbrauwstreep van de regenwulp bij de Wulp ontbreken. De zang van de regenwulp bestaat uit een aantal lange tonen en gaat over in een luide, langgerekte triller. In de vlucht valt op dat de vleugelslag van de Regenwulp duidelijk sneller is dan de vleugelslag van de wulp.

Het voedsel van de Regenwulp bestaat voornamelijk uit wormen en insecten die met de lange snavel uit de grond worden gehaald. Ook in ondiep water doet de snavel uitstekend dienst om voedsel te bemachtigen. De Regenwulp broedt niet in Nederland, maar trekt op weg naar het overwintergebied in West-Afrika door Nederland.

Kuifduiker – Podiceps auritus

De kuifduiker is ongeveer even groot als de geoorde fuut. Zomers in zijn prachtkleed heeft deze vogel een prachtige goudbruine oorpluim op een donkerbruine kop. Het winterkleed is heel wat minder opvallend. Dan is de vorm van de kop onderscheidend, maar dat is op grote afstand vaak lastig te zien. Het zwart boven op de kop is bij de kuifduiker duidelijker afgegrensd is en houdt onder het oog abrupt op.

Voor Nederland is het redelijk uniek om zo’n exemplaar in zomerkleed te treffen.

Bruine Kiekendief – Circus aeruginosus

Het verenkleed van het vrouwtje is voornamelijk bruin van kleur. Het middelste gedeelte van de vleugels van het mannetje zijn grijs van kleur, terwijl de punten zwart zijn. De bruine kiekendief is in de vlucht te herkennen doordat de vogel met plotselinge wendingen laag over het land zweeft. De vleugels zijn wat breder dan de vleugels van andere kiekendieven en worden tijdens het zweven schuin opgeheven gehouden, zodat een V-vorm ontstaat. De bruine kiekendief jaagt voornamelijk op prooien als kleine zoogdieren, vogels en amfibieën, waarbij de vogel zich vanuit een stootduik bovenop de prooi stort.

De bruine kiekendief leeft voornamelijk in uitgestrekte moerassen, maar door het verdwijnen van veel van deze gebieden is de vogel de laatste eeuw sterk in aantal achteruit gegaan.



Geoorde Fuut – Podiceps nigricollis

De Geoorde Fuut behoort tot de fuutachtigen. De Geoorde Fuut is iets groter als de Dodaars en even groot als de kuifduiker. In de winter lijken de twee soorten veel op elkaar, maar de geoorde fuut mist de witte snavelpunt. De geoorde fuut heeft een iets opgewipte snavel en een rond kopje. Bij de kuifduiker is de kop langwerpig.
In de winter is hij ook te vinden aan de kust. In het westen van Europa is het een plaatselijk algemene standvogel. In het oosten een trekvogel, daar vooral in de zomer aanwezig.
In de winter kun je kuifduiker en geoorde fuut op dezelfde locaties aantreffen. De geoorde fuut is echter het hele jaar in Nederland aanwezig. Het is een schaarse broedvogel.
In de winter verblijven de vogels niet in hun broedgebied. Geoorde futen zoeken vaak bescherming in kokmeeuwkolonies. Op vennen en plassen waar kokmeeuwen broeden kun je dus alert zijn op geoorde futen.
De geoorde fuut is tamelijk zwijgzaam in tegenstelling tot de dodaars die met zijn roep zijn aanwezigheid verraadt. Het aantal broedparen van de geoorde fuut schommelt nogal per jaar maar is deze fuut is in Nederland plaatselijk een vrij talrijke vogel