Turkstaanse Klauwier – Lanius phoenicuroides

De Turkestaanse Klauwier is een zeldzame dwaalgast in West-Europa. Hij broedt in centraal-Azie en overwintert in het zuiden van Azie. De Turkestaanse Klauwier heeft een opvallende roodbruine stuit en staart.

Bruine Klauwier – Lanius cristatus

De Bruine Klauwier is een zangvogel die in een groot deel van Azië broedt en overwintert in het oriëntaals gebied. Deze soort is zeer nauw verwant aan de grauwe klauwier (L. collurio) en de Daurische klauwier (L. isabellinus) en werden vroeger wel als ondersoorten van elkaar beschouwd.

De Bruine Klauwier is gemiddeld 20 cm lang. De vogel is overwegend bruin van boven en hij heeft een afgeronde staart. De vogel heeft een zwart “masker” rond het oog en daarboven een lichte wenkbrauwstreep. De buik en borst zijn roomkleurig, maar de flanken toe meer roodbruin. Het vrouwtje is valer gekleurd en heeft een op visschubben gelijkend verenkleed op de borst en het masker is donkerbruin in plaats van zwart.

Op 18 Januari 2014 is in het Achterhoekse Veldhunten een Bruine Klauwier gespot; dit is de eerste bevestigde waarneming in Nederland.
OP 27 Februari 2017 kwam de melding van de 2de Bruine Klauwier Nederland (Den Helder).

Klapekster – Lanius excubitor

In de vorige eeuw broedden Klapeksters nog in ons land. Door de jaren heen werd de soort echter steeds schaarser. De afnemende trend bleef doorzetten en sinds 2002 is er geen broedgeval meer vastgesteld in Nederland.
In de trektijd zakken Scandinavische vogels af naar het zuiden. Ze worden dan redelijk vaak in Nederland gezien. Een deel van deze vogels blijft overwinteren. Voornamelijk op heideterreinen zijn daarom in de winter Klapeksters waar te nemen.

Grauwe Klauwier – Lanius collurio

Bonte Kraai – Corvus cornix