Kuifduiker – Podiceps auritus

De kuifduiker is ongeveer even groot als de geoorde fuut. Zomers in zijn prachtkleed heeft deze vogel een prachtige goudbruine oorpluim op een donkerbruine kop. Het winterkleed is heel wat minder opvallend. Dan is de vorm van de kop onderscheidend, maar dat is op grote afstand vaak lastig te zien. Het zwart boven op de kop is bij de kuifduiker duidelijker afgegrensd is en houdt onder het oog abrupt op.

Voor Nederland is het redelijk uniek om zo’n exemplaar in zomerkleed te treffen.

Roodhalsfuut – Podiceps grisegena

In tegenstelling tot de gewone fuut is de roodhalsfuut een zeer zeldzame broedvogel in Nederland. Slechts een enkel paar komt hier soms tot broeden. Een broedgeval is dus hoogst uitzonderlijk. De roodhalsfuut is wel een algemene wintergast en wordt het meest gezien tussen augustus en mei. In januari en februari zijn de meeste exemplaren aanwezig. Ook overzomeren er jaarlijks enkele exemplaren in Nederland.
In de winter mist de roodhalsfuut zijn rode hals. De vogel is dan hoofdzakelijk grijs met een wat lichtere voorhals en oorstreek. Roodhalsfuten zijn iets kleiner dan de gewone fuut. Samen met de gele snavelbasis zijn dit goede kenmerken om de soort te determineren.
Roodhalsfuten verblijven in de winter het meest in havens langs de kust en ook wel langs de Afsluitdijk.

Nonnetje – Mergellus albellus

Krooneend – Netta rufina