Ringmus – Passer montanus

Broedtijd

Ringmussen broeden vooral in kleinschalig boerenland met relatief veel bouwland. Ze mijden grote bossen en zeer open gebied, en bewonen in steden alleen de randen. De verspreiding kende de afgelopen tientallen jaren zowel uitbreiding (drooggelegde IJsselmeerpolders) af inkrimping (vooral West-Nederland). De aantallen namen in de jaren zestig en zeventig in sommige biotopen toe (duinen, bos), maar kenden sindsdien in heel Nederland een sterke afname. Deze wordt grotendeels veroorzaakt door efficiƫntere bedrijfsvoering in de landbouw, leidend tot voedselgebrek en krapte aan nestgelegenheid. Diep in bos broedende Ringmussen (die een flinke afstand moeten afleggen tot voedselgebieden) zijn nagenoeg verdwenen.

Buiten broedtijd

Een klein deel van onze Ringmussen trekt over korte afstand weg, de meeste blijven hier te lande. De verspreiding verandert binnen het jaar dan ook weinig. Vooral in oktober treedt doortrek op van noordelijke en oostelijke vogels op, in dichte en snel vliegende groepen. De terugtrek, vooral eind maart en in april, verloopt in de meeste regio’s onopvallend.