Bonte Strandloper – Calidris alpina

Watersnip – Gallinago gallinago

Tureluur – Tringa totanus

Gestreepte Strandloper – Calidris melanotos

De gestreepte strandloper broedt in noordelijk Siberië, westelijk en noordelijk Alaska en noordelijk Canada. Het is een lange afstands trekvogel die overwintert in Australië en Nieuw-Zeeland en Zuid-Amerika. Het leefgebied in de zomer bestaat uit arctische, vochtige en rijk begroeide toendra. In de overwinteringsgebieden verblijft de vogel in een groot aantal typen draslanden, zowel met zout, zout als brak water, zoals wadden, moerassen langs rivieren en meren, natte weilanden, lagunes en oevers van meren op hoogvlaktes tot op 4500 m boven de zeespiegel.

Steltkluut – Himantopus himantopus

Kleine Geelpootruiter – Tringa flavipes

Deze soort komt in het algemeen voor in Noord-Amerika, maar dwaalt vaak af richting West Europa.
Ze broeden in open plekken van bossen, open gebieden nabij meren tot op de Toendra’s van Alaska en centraal Canada.
In de Winter zijn ze te vinden bij modderbanken en moerasgebied.

Voor Nederland is het een zeer zeldzame soort.

Kemphaan – Philomachus pugnax

Geweldig om te zien hoe één en dezelfde soort vogel in de meest uiteenlopende kleuren en tekeningen te bewonderen zijn in ons Vogelrijk landje.

Rosse Grutto – Limosa lapponica

Krombekstrandloper – Calidris ferruginea